Claim nú marketingbudget voor Google Analytics 4 in 2023

Natuurlijk zijn er uitzonderingen – vooral onder verzekeraars en grote retailers – maar verder hebben nog weinig bedrijven het nieuwe Google Analytics 4 (GA4) op hun website geïmplementeerd. Dat wordt nog wat. Want Google gaat de stekker rigoureus uit voorloper Universal Analytics (UA) trekken.

Wat gaat er precies veranderen?

Per 1 juli 2023 stopt Google met het ondersteunen van de gratis versie van UA, het programma dat bezoekersdata van websites verzamelt voor analyses. Voor betaalde accounts geldt 1 juli 2024 als deadline. Google vindt: wie van onze diensten gebruik wil blijven maken, moet vanaf dat moment GA4 gebruiken. Deze opvolger is sinds 2020 in de lucht.

Komt de UA-deadline in zicht? Dan ga je hier tegen aanlopen:

Ineens geen data meer

Ook al draait UA nog op je website, vanaf 1 juli 2023 krijg je geen bezoekersdata meer binnen.

Een gat in je data

Natuurlijk kun je als een haas GA4 implementeren op je website. Maar hoe langer je daarmee wacht, des te groter het gat in je data. Het is namelijk niet mogelijk om data vanuit UA te importeren in GA4. Je begint in GA4 dus helemaal opnieuw met het opbouwen van bezoekersdata. Het duurt daardoor even voordat er weer iets te analyseren valt.

Data veilig stellen: jouw klus

De bezoekersdata die je hebt opgebouwd in UA zijn niet ineens weg. Je hebt nog zes maanden om ze te exporteren. Maar dat moet je wel zelf doen!

Compleet andere opzet GA4

Google weet al lang dat bezoekersaantallen en pageviews niet zoveel zeggen. Het techbedrijf bouwt daarom in GA4 geen data meer op rondom sessies, maar rondom events. Dat betekent bijvoorbeeld dat Google veel minder standaard-dashboards meelevert, en het aan de gebruiker overlaat om te bedenken wat die wil meten. Google gaat dus over op een andere manier van denken, en daar moeten gebruikers in meegaan.

Houd je historie uit die bureaula

“Als je in 2023 wilt weten wat er op je website gebeurt, gaat deze zet van Google een hap uit je marketingbudget voor 2023 nemen”, legt Digital Strategist Bart Ensink van Little Rocket uit. “Als je je historische data wilt bewaren, kun je ze zelf eenvoudig exporteren. Maar dan heb je een enorm bestand, en iedereen weet wel waar dat eindigt: in de spreekwoordelijke bureaula.”

“Je moet je data dus overzichtelijk opslaan zodat ze bruikbaar blijven. Dan kun je nog eens terugkijken om groei of trends te ontdekken over de jaren heen. Dat betekent: een database aanschaffen. Gelukkig is dat tegenwoordig snel en goedkoop te regelen via een van de grote cloudaanbieders: AWS, MS Azure of Google Cloud.”

Overweeg een dataplatform

“Besluit je je data te bewaren, dan kun je ook een eigen dataplatform overwegen”, vervolgt Bart. “Dat is sowieso slim, want als je de opslag zelf regelt, blijven alle data van jou. Je kunt ze dus blijven gebruiken, en zelfs combineren met data uit andere bronnen zoals een CRM. Dat kan weer nieuwe inzichten opleveren. Maar lees daarover vooral ons eerdere whitepaper Een must: je eigen dataplatform.”

Oefenen en een meetplan maken

Voor het wennen aan GA4 is ook marketingbudget nodig. “GA4 is voor iedereen te snappen, maar Google vraagt meer van jou als gebruiker”, stelt Bart. “Jíj moet bedenken welke bezoekers waardevol zijn voor je bedrijf, hoe je je website zo inricht dat zij die waarderen, en wat je dus moet meten. We zien nog vaak dat bedrijven gefixeerd zijn op bezoekersaantallen. Maar dat gaat allemaal overboord. Google werkt straks met engagement scores. Dat is echt even omschakelen. Het kost tijd om te oefenen, en je hebt daar een goed doordacht meetplan bij nodig.”

“Maar het belangrijkste is: kom nú in actie. Onderzoek wat de introductie van GA4 voor jouw bedrijf betekent, en claim je marketingbudget, voordat alle budgetten verdeeld zijn. Want dit is echt iets waar je op voorbereid wilt zijn.”

Meer weten? Sparren? Op weg geholpen worden? Neem contact op met Bart Ensink via info@littlerocket.nl.

‍